Panteia, Hogeschool Utrecht en Bureau Bartels hebben in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar de werking van vroegsignalering in de praktijk. Hierbij werd onder meer onderzocht wat de rol is van vastelastenpartners (schuldeisers), hoe gemeenten signalen ontvangen en verwerken, hoe betrokken partijen samenwerken en in hoeverre de aanpak daadwerkelijk bijdraagt aan het bereiken van mensen met (dreigende) problematische schulden. Het doel van de evaluatie is om inzicht te bieden in wat werkt, wat beter kan en in hoeverre vroegsignalering verder ontwikkeld kan worden. Hiermee kan het rapport bijdragen aan de verdere verbetering van vroegsignalering, zodat gemeenten, in samenwerking met vastelastenpartners, inwoners met (dreigende) problematische schulden nog effectiever kunnen bereiken en ondersteunen.
Uit het evaluatieonderzoek is gebleken dat vroegsignalering bijdraagt aan het voorkomen en verminderen van problematische schulden. Het instrument zorgt ervoor dat gemeenten proactief hulp kunnen aanbieden aan inwoners die anders pas in een later stadium, als de schulden (meer) problematisch zijn geworden, in beeld zouden komen. Vroegsignalering kan eraan bijdragen dat:
- Meer inwoners met (dreigende) problematische schulden een passend hulpaanbod ontvangen;
- Drempels voor toegang tot integrale schuldhulpverlening omlaag gaan;
- Meer inwoners met (dreigende) problematische schulden een passend hulpaanbod accepteren;
- Betalingsproblemen niet verslechteren en daarmee bedreigende situaties voorkomen;
- Schuldhulpverlening hierdoor effectiever is.
De evaluatie geeft daarnaast ook zicht op een aantal verbeteringsmogelijkheden waarmee inwoners bereikt kunnen worden:
- Meer standaardisatie in incassoprocedures tussen branches;
- Soepelere selectie-eisen bij gemeenten;
- Betere informatiedeling tussen gemeenten en vastelastenpartners.