Opbouw van problematische schulden: van de eerste vordering tot de aanvraag van een schuldregeling

Slechts een beperkt deel van de Nederlandse huishoudens met problematische schulden is in beeld bij schuldhulpverlening. Het lijkt erop dat het voor veel mensen een hele opgave is om te bepalen wanneer ze hulp nodig hebben en om vervolgens daadwerkelijk hulp te vragen. Eerder bestond het beeld dat mensen gemiddeld al vijf jaar in de schulden zitten als ze om hulp vragen. Dit beeld is echter gedateerd, en komt uit een onderzoek van Jungmann en Anderson uit 2011. Daarom heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Hogeschool Utrecht en de Kredietbank Nederland gevraagd om te onderzoeken wat de actuele termijn is die gemiddeld verstrijkt tussen de oudste vordering en het moment dat mensen hulp zoeken bij gemeentelijke schuldhulpverlening.

Om deze vraag te beantwoorden is een dossieranalyse uitgevoerd op basis van 250 dossiers van de Kredietbank Nederland. Deze dossiers vertegenwoordigen een dwarsdoorsnede van aanvragen uit heel Nederland. In de onderzochte dossiers verstrijkt er gemiddeld acht jaar en vijf maanden tussen het ontstaan van de oudste vordering en het moment waarop mensen een aanvraag indienen voor een schuldregeling. Na indiening van een aanvraag duurt het vaak nog minstens vijf maanden voordat een schuldregeling daadwerkelijk rondkomt. Tussen het ontstaat van de eerste schuld en het moment dat de schuldregeling start zit dus bijna negen jaar. Bij ongeveer een derde van de dossiers betreft de oudste vordering een bedrag dat lager is dan €1.000,-. Voor bijna een kwart (22%) gaat het om een vordering tussen de €1.000,- en €2.500,-. De gemiddelde schuldenlast in de onderzochte dossiers bedroeg €41.447,- en gemiddeld waren er 13 schuldeisers betrokken per schuldenpakket. Daarnaast bleek uit de dossiers dat de schuldenlast zich doorgaans op drie manieren opbouwt: een geleidelijke opbouw van schulden, een clustering van schulden in een korte periode en een enkele hoge vordering. In ruim de helft van de situaties (53%) heeft de schuldenlast zich geleidelijk opgebouwd. Bij ruim een vijfde (22%) van de situaties is er sprake van een aan te wijzen cluster waarin er in korte tijd veel nieuwe achterstanden ontstonden. Bij een kwart van de situaties (25%) is er een hoge vordering aan te wijzen.

Bij een gemiddelde duur van acht jaar is er dus een schuldeiser die de betreffende vordering al lang in de boeken heeft staan. Het gegeven dat een vordering heel lang open blijft staan en niet wordt afgelost kan beschouwd worden als een signaal dat er een betalingsprobleem is waar schuldhulpverlening een rol bij kan spelen en geeft een aanleiding om publieke en private schuldeisers aan te moedigen om bij vorderingen die lang open staan te reflecteren op hun incassostrategie.

thumbnail of Onderzoek; Van eerste vordering tot aanvraag schuldregeling

Onderzoek; Van eerste vordering tot aanvraag schuldregeling
Download