Eerder uit de Schulden: wat werkt? Interview Floor van den Berg (Save the Children) over onderzoek naar jongereninterventies


De afgelopen jaren hebben gemeenten veel geld geïnvesteerd in het eerder bereiken van inwoners met schuldenproblematiek. Binnen het veld van schuldhulpverlening zijn hiervoor onder andere jongereninterventies ingezet. Op dit moment is nog maar weinig bekend over de effectiviteit van deze interventies voor die doelgroep. Daarom wordt in het onderzoek ‘
Eerder uit de schulden: wat werkt?’ gekeken naar het bereik en de effectiviteit van zes bestaande jongereninterventies om schuldenproblematiek op te lossen. Dit onderzoeksproject is een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht (HU) en diverse partners, waaronder internationale kinderrechtenorganisatie Save the Children. Deze NGO zet zich in om leefomstandigheden van kinderen en jongeren wereldwijd te verbeteren. We spreken Floor van den Berg, projectleider Jongerenparticipatie bij Save the Children.  


De eindresultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het eindrapport Werkzame elementen bij jongereninterventies, gericht op het voorkómen van (mogelijke) betalingsachterstanden: voor en door jongeren.


Tekst: Floor Toebes, student-assistent Hogeschool Utrecht

 

Waarom wilde Save the Children meedoen aan het onderzoeksproject?

“Het onderzoeksproject Eerder uit de schulden: wat werkt? wil breed in kaart brengen wat effectief is op het gebied van hulpverlening bij schuldenproblematiek. Een van de clusters van het onderzoeksproject is ‘Jongeren’. Vanuit ons project Speaking Minds, een methode om gemeenten te helpen bij jongerenparticipatie, hebben wij ervaring met schuldenproblematiek bij jongeren en het betrekken van moeilijk bereikbare jongeren bij gemeentelijk beleid. We zien dat jongeren heel goed weten op welke manier zij het best geholpen kunnen worden. De input van deelnemende jongeren is dus essentieel om de werkende elementen van schuldinterventies te onderzoeken en/of een schuldinterventie te verbeteren. Daarom wilden wij graag met deze jongeren in gesprek. Het sloot zo mooi aan bij het onderzoeksproject dat we besloten eraan mee te werken.”

 

Wat is jullie rol binnen het onderzoeksproject?

“Onze rol was die van facilitator, waarbij we de ervaringen van jongeren op alle onderdelen van de interventie documenteerden én we het gesprek tussen deze jongeren en de professionals, die de interventie uitvoerden, faciliteerden. Er zijn in totaal zes verschillende jongereninterventies aangesloten bij dit onderzoek waarvan we de jonge deelnemers spraken. Hierbij namen vooral jongeren deel die al langere tijd aan de interventie meededen, of deze recent hadden afgerond, zodat ze over het hele proces konden vertellen.”


De volgende jongereninterventies werken mee aan het onderzoek: 1) Hoe word je rijk? (Amsterdam), 2) Financieel spreekuur op mbo (FiS) (Utrecht), 3) Team FiT (Deventer), 4) NewFuture (Haarlem), 5) Opr€cht (Arnhem), 6) Housing First Jongeren (Hengelo, Enschede, Amsterdam). Bij deze jongereninterventies volgen jongeren met schuldenproblematiek een traject waarbij ze geholpen worden om schulden te voorkomen en/of hun schuldenproblematiek op te lossen.


Dan heb je vast veel verhalen gehoord van jongeren met schulden. Is er een veel voorkomende oorzaak waardoor ze zo in de problemen komen? 

“Een cruciaal moment is 18 jaar worden en alle verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken. Bij jongeren die geen sociaal vangnet hebben gaat het vaak mis. Op het moment dat ze fouten maken hebben die meteen grote consequenties, terwijl andere jongvolwassenen met een breed vangnet op tijd geholpen worden door bijvoorbeeld hun ouders.”

“De eerste schulden ontstaan vaak als boetes. Vaak is het van bureaucratische aard, dus dan worden vergoedingen of toeslagen niet juist aangevraagd. Ze krijgen bijvoorbeeld wel zorgtoeslag maar weten niet dat ze van dat geld een zorgverzekering moeten betalen. Die toeslag geven ze uit aan andere dingen en dat wordt later beboet.”

 

Wat voor impact heeft dat op jongvolwassenen?

“Een grote. Er zit heel veel stress, schaamte en soms zitten er ook verschillende mentale problemen achter. Ze weten even niet meer hoe ze het op moeten lossen. Op het moment dat er iets in gang wordt gezet, krijgen ze weer overzicht en dat geeft een beetje rust.”

 

Hoe kunnen we hen het best helpen?

“Het is moeilijk hier een eenduidig antwoord op te geven, omdat de situatie per jongere verschilt. Er zijn wel een paar elementen die vaak terugkomen in de verhalen van jongeren. Het is in ieder geval erg belangrijk dat ze laagdrempelig benaderd worden. Er zijn veel jongeren die bellen heel spannend vinden, dan zou contact via whatsapp beter werken. Daarnaast is de begeleider cruciaal: als er geen goede klik is spreken jongeren de waarheid niet, verbergen ze allerlei problemen of vertellen misschien maar een deel. Als ze het idee krijgen dat de begeleider hen serieus neemt en ze er gelijkwaardig mee kunnen spreken, gaat het beter.”

“De jongeren willen graag inspraak in en regie over hun eigen hulptraject. Ik heb meerdere jongvolwassenen gesproken die aangaven zelf de begeleider te willen kiezen. Ook willen ze invloed op de manier waarop ze geholpen kunnen worden. Zo willen ze graag meebepalen hoe vaak het contact is, in welk tempo en op welke wijze. Sommigen willen achter de broek gezeten worden, anderen willen juist meer vrijheid. Flexibiliteit in tijden is voor hen ook belangrijk. Jongeren hebben een ander ritme, onder andere door schoolverplichtingen. Ze komen er daardoor pas ’s avonds aan toe in plaats van tijdens kantooruren. Verder is het van belang om open, eerlijk en duidelijk te zijn.”

 

Tegen welke uitdagingen lopen we momenteel aan als het gaat om het helpen van deze jongeren?

“Tot nu toe zeggen alle participanten dat ze hun autonomie in hoe ze geholpen worden, belangrijk vinden. Zoals gezegd willen ze zelf de regie houden en invloed hebben op wie hun begeleider wordt. Dat is praktisch een uitdaging voor veel organisaties. Je zit met je eigen bezetting, met roosters enzovoorts. Ook denk ik dat ons hele systeem rondom belastingen en toeslagen ingewikkeld is waardoor er snel problemen ontstaan.”

“Ik wil nog professionals spreken om terug te koppelen wat zij met de resultaten en tips uit het rapport doen. In het rapport wordt verder nog gekeken naar wat belangrijke overgangsmomenten zijn, bijvoorbeeld de overgang naar schuldsanering of maatschappelijk werk. Daar doen zich nog problemen voor. We hebben daar dus nog een slag te maken.”

“Wij zien onder schuldenproblematiek dat beleid en oplossingen voor jongeren vaak nog tot stand komen zonder dat jongeren gehoord worden. Inzetten op jongerenparticipatie blijft daarom noodzakelijk.”

 

De uitkomsten van het onderzoek lees je in dit eindrapport.

Dit onderzoek is onderdeel van het project Eerder uit de schulden: wat werkt?. In dit project vinden diverse onderzoeken plaats die kijken naar de effectiviteit van interventies in de schuldhulpverlening. Meer informatie over dit project en alle publicaties vind je hier. Voor reacties en/of vragen kun je mailen naar Anne-Ruth van Leeuwen, e-mailadres: schuldenenincasso@hu.nl.

Eerder uit de schulden: wat werkt? is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) met betrokkenheid van het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de NWA-ronde Schulden en Armoede.

 

 

 

 

thumbnail of Eindrapport Eerder uit de schulden werkzame elementen bij jongereninterventies

Eindrapport Eerder uit de schulden werkzame elementen bij jongereninterventies
Download